Van Nelle Fabriek Rotterdam (2014)
27-10-2024:
We hebben weer een paar dagen uit gepland. Vandaag gaat de reis naar Rotterdam. Via het Chabot Museum hebben we tickets voor de rondleiding in de Van Nelle Fabriek geregeld. We moesten verzamelen bij het gebouw direct na de slagbomen. In deze ruimte kan je informatie lezen over de Van Nelle Fabriek. Ook lagen er in vitrines oude stukken van het gebouw met daarbij de uitleg. Op de banken konden we wachten totdat we opgehaald werden.
Om twee uur startte de rondleiding. Onze tickets werden bekeken en met een groep van ongeveer 15 mensen liepen we naar buiten, waarbij we stil gingen staan bij het hoofdgebouw. Hier kregen we uitleg over de verschillende delen van het gebouw.
Het halfronde gebouw is het hoofdgebouw. In dit gebouw zaten vooraan de kantoren waar de drie gebroeders van der Leeuw (directeuren) zaten te werken en daarachter zaten de schrijvers (administratieruimte). Bezoekers moesten in de wachtruimte wachten, totdat ze via de telefoon met iemand konden spreken van de administratie. Het gebouw is halfrond, omdat ze zo overzicht op de fabriek konden houden. Onder dit gebouw had je drie garageboxen. Deze waren voor de drie directeuren. Eén directeur kwam ook wel eens mijn zijn vliegtuig op het werk. Achter dit gebouw stond in die tijd een landingsbaan. Inmiddels is deze verdwenen voor parkeerplaats en bebouwing.
De machinekamer staat tegenover de fabriek. In deze ruimte werd de elektriciteit bediend. Er lagen grote kabels onder de weg door naar de fabriek. Deze kabels waren weer aangesloten op een grote elektriciteitskast, zodat de lampen aankonden, verwarming het deed en de machines konden draaien.
De Van Nelle fabriek bestaat uit drie delen. In het eerste en grootste gedeelte van de fabriek maakten ze tabak. In het middelste gedeelte werd koffie geproduceerd en in het laatste gedeelte werd de thee gemaakt. Nadat de productie werd gedaan gingen de keurmeesters dit laten goedkeuren bij de directeuren door een aparte gang, die aan de onderaan de buitenkant te zien is. Deze gang was helemaal afgesloten van de productieruimte, zodat geurtjes elkaar niet gingen kruisen.
Als dit goedgekeurd werd, kwam de productie op gang en werd de eindproducten via de loopbruggen (eigenlijk alleen productiebruggen) op een lopende band naar het gebouw naast de machinekamer vervoerd. Hier werd het in dozen gedaan en werd dit in vrachtwagens gestopt om vervoerd te worden.
De loopbruggen hoorden eigenlijk recht te lopen, maar door de crisisjaren moest er bezuinigd worden. Hierdoor werd het exportgebouw lager gemaakt dan eigenlijk de bedoeling was en moesten de loopbruggen schuin gebouwd worden. Het onderste deel is groter, omdat daar de vrachtwagens werden neergezet voor laden en lossen.
Nadat de functie van de verschillende gebouwen gegeven was, gingen we naar binnen bij het trappenhuis van het thee-en koffiegedeelte. We kwamen in een hal terecht waar een trap was met twee aparte gedeeltes. Vrouwen en mannen moesten gescheiden naar hun ruimtes lopen, zodat er geen ongewenst gedrag kon plaatsvinden. Hier waren ze streng in. Dit gold ook voor de toiletten.
We liepen helemaal naar boven, waar wij te zien kregen dat er nu kantoren in het gebouw geplaatst zijn waar mensen (die het huren) werken. Deze aparte ruimtes zijn gebouwd, omdat de buitenkant van het bebouw niet goed geïsoleerd is en daardoor de stookkosten te hoog zijn. Op deze manier is het wel rendabel.
Via een glazen deur liepen we de ruimte in van de koffieproductie. Deze is nu helemaal omgebouwd als kantine/evenementenhal. In deze ruimte konden we even zitten en kregen we het verhaal van het Nieuwe Bouwen te horen.
Meneer en mevrouw Van Nelle hadden eerst een aantal pandjes gekocht, voor een symbolisch bedrag van 1 gulden, aan de Leuvehaven in Rotterdam. Deze winkels hebben ze gerund, totdat meneer Van Nelle overleed in 1811. Zijn vrouw heeft het nog een tijdje overgenomen, daarna hun zoon. In 1845 kwam de fabriek in handen van de familie Van Der Leeuw.
Deze winkels/fabrieken bestonden uit baksteen, weinig daglicht en het was ongezond.
In 1917 vonden ze dat dit anders moest.
Ze hebben een architect in de armen genomen en die moest een fabriek ontwikkelen, waarbij functie en de gezondheid van werknemers voorop stonden. Deze fabriek werd tussen 1927 en 1929 gebouwd.
Zo werd er in kolommen gebouwd en niet met draagmuren gewerkt. De fundering werd gelegd met betonnen palen en niet met hout. Ook werd alles opgebouwd met beton en niet met baksteen en werden er langwerpige ramen gebruikt van staal en glas, zodat de mensen ook zittend naar buiten kon kijken. Er werd vooral met ronde figuren als palen gebruikt i.p.v. rechthoekig, omdat dit weinig schaduw gaf. Verder moest alles open zijn, zodat iedereen elkaar kon zien.
Verder werd er natuurlijk ook aan hygiëne en ontspanning gedacht. Zo werden er sportvelden en een fabriekstuin aangelegd. En naast het 1x in de week wassen thuis, moesten de werknemers daar dagelijks gaan douchen.
Zo ontstond De Van Nelle Fabriek, de eerste daglichtfabriek van Europa. De modernste fabriek van Nederland. Het toonbeeld van het functionalisme en daarom op de werelderfgoedlijst.
Na deze informatie kregen we nog gelegenheid om rond te kijken in die ruimte. Zo stonden er nog vitrinekasten met informatie en over de reclames van toen.
Hierna liepen we via de trap naar de tweede verdieping waar we te zien kregen dat er luiken van de bovenste naar de onderste verdieping zaten. Zo werd er productiemateriaal naar de verschillende verdiepingen gebracht. Bij de uitgang van dit gebouw kregen we nog een kijkje in het hoofdgebouw (informatie staat aan het begin beschreven). Hier eindigde onze interessante tour.
Na de rondleiding zijn we naar ons hotel gegaan in Rotterdam en zijn we ‘s avonds nog even richting de Markthal, de kubuswoningen en de Oude Haven gelopen, waar de Willemsbrug en de eerste wolkenkrabber van Europa te zien is. Ook erg indrukwekkend.